Twee extreme situaties in tijden, waar het om de de privacy van het kind van
Tripoli gaat:
- De Telegraaf, die een paparazzi interview met de negenjarige sole survivor gepubliceerd heeft;
- De Trouw, die uitlegde, hoezo zij uit respect voor de privacy van nabestaanden en het jongetje geen beelden in hun krant gepubliceerd heeft.
De stelling van de Trouw verdient respect:
Waarom we Ruben niet lieten zien
De beelden van Ruben gingen de wereld al over voordat zijn verwanten hem in levenden lijve hadden kunnen zien. We hebben die beelden bewust niet gepubliceerd.
De beelden zijn een onaanvaardbare inbreuk op de privacy van deze jongen, tot wie nog niet eens kan zijn doorgedrongen wat er is gebeurd. Het gemak waarmee televisie en sommige kranten die beelden naar buiten brachten, is stuitend. Om maar te zwijgen van het publiceren van een telefonisch interview, zoals De Telegraaf gisteren deed.
Inmiddels is de discussie losgebarsten en vinden velen dat hier de grenzen van fatsoen en media-ethiek zijn overschreden. Een terechte conclusie, al komt zij te laat. Maar het lijkt me goed om wat dieper in te gaan op de afwegingen in een geval als dit.
Want het klinkt achteraf zo helder, maar de beslissing om de beelden van Ruben níet te publiceren was niet eenvoudig. We zijn er op de redactie wel even voor gaan zitten om alle argumenten te wegen.
Ruben groeide woensdag in luttele uren uit tot hét gezicht, hét symbool van deze vliegtuigramp. Hij overleefde als enige op miraculeuze wijze de ramp, hij werd the miracle boy gedoopt. Zijn beelden gingen rond op internet, de televisie toonde geen enkele terughoudendheid en verscheidene kranten publiceerden donderdag extra edities met zijn beeld over vijf, zes kolommen, in close-up. Iedereen die Ruben wilde zien, kon hem zien. Sterker: wie het nieuws van de ramp volgde, móest zijn beeld wel zien.
Als je besluit om zijn foto’s niet te publiceren, hou je hét symbool van deze ramp buiten de kolommen. We stonden voor de vraag wat dan wel het beeld moest zijn voor de krant van gisterochtend. Er waren beelden van familieleden van slachtoffers, op weg naar de bijeenkomst met Buitenlandse Zaken, donderdagmiddag. Maar ook die wilden we niet publiceren. Mensen waren herkenbaar in beeld. En van tevoren was duidelijk gemaakt dat aanwezigheid van de pers bij deze bijeenkomst niet op prijs werd gesteld.
We moesten teruggrijpen op foto’s van de ramp zelf. Maar het verhaal voor de krant van gisteren was toch: Nederland rouwt om zeventig omgekomen landgenoten. We hebben daarom wel een foto geplaatst van de voordeur van het huis van Ruben, met die bos bloemen. Wie strikt redeneert zou kunnen zeggen dat ook die voordeur tot zijn persoonlijke levenssfeer behoort, maar ik vind dat we de weerslag van de ramp in de Nederlandse samenleving discreet in beeld hebben gebracht.
Ik moet er wel bij aantekenen dat deze ramp een bijzonder geval is. We zijn terughoudend met schokkende foto’s en met beelden waarop slachtoffers, daders of nabestaanden herkenbaar zijn. Maar het is niet zo dat we die nooit hebben gepubliceerd. Het is vaker voorgekomen dat één mens, gevangen door een camera, symbool werd van een dramatische gebeurtenis. De voorbeelden uit het verleden zijn legio. Overstromingen, orkanen, hongersnood en oorlogsgeweld hebben vaak een gezicht gekregen. Het gezicht van een mens, van een slachtoffer dat in het beste geval het drama heeft overleefd, maar in geen geval toestemming kan hebben gegeven voor de opname.
Sommige van die menselijke symbolen hebben wij ook in de krant gehad. Als de ramp ver weg is, doe je dat toch gemakkelijker. De vliegtuigramp van Tripoli is dichterbij. Heel dichtbij; als zeventig Nederlanders omkomen is het zeker dat onder onze lezers slachtoffers zijn gevallen, en er lezers zijn die familieleden of vrienden hebben verloren.
Dan moet je alle informatie geven die je hebt, kan de televisiemaker roepen. Maar nee, dan moet je juist discretie betrachten.[
bron]
Ondertussen is een
boycotactie gaande tegen de Telegraaf, abonnees zeggen op, en adverteerders trekken zich terug. terecht, want het was geen fout van een enkele journaliste, maar een foutieve beslissing van de redactie, het interview te publiceren. Ik zelf heb de website van
GeenStijl (onderdeel van de
Telegraaf-groep) uit mijn menu rechts van mijn blog gehaald en door een link naar
Trouw vervangen; en ik heb vandaag voor het eerst een Trouw gekocht, en de Telegraaf koop ik nooit meer.